We zitten veel op ons telefoon, maar verslaafd?
Een column van Bellise over telefoonverslaving.
Laat me jullie meenemen in een avondje bij mij thuis.
Ik woon al ongeveer één jaar samen met Lisanne (23) en Lena (22). Waar Lena veel sociale verplichtingen en feestjes heeft, zijn Lisanne en ik doordeweeks in de avond meestal thuis. We hebben, zoals we dat zelf vaak noemen: Geen leven. Echt erg vinden we dit niet. Ondertussen volgen we zo’n zeven verschillende series samen of duiken we in één van de films van Disney+. Altijd iets te kijken dus. Tijdens het avondeten, die we tegenwoordig vanuit luiheid op de bank eten, bespreken we onze dag of zetten we alvast iets op de TV aan. Na het eten blijven we staren naar het televisiescherm tot we moe zijn en eigenlijk naar bed willen. Toch pakken we nog even onze telefoon erbij om een half uur of misschien iets langer gedachteloos te scrollen op social media. Dat ene uurtje aan het einde van de dag is een belangrijk onderdeel van onze dagelijkse sleur. Maar verslaafd eraan… Nee, dat zouden we niet willen zeggen.
Toch zitten we op een vrijdagochtend schermtijd te vergelijken. “Gisteren heb ik 5 uur en 39 minuten op YouTube gezeten, 2 uur en 58 minuten op Instagram, 2 uur en 15 minuten op WhatsApp en dan op andere apps ook nog wat tijd”, zegt Lisanne. Pff, dat klinkt wel als heel veel. Ik heb zelf 4 uur en 15 minuten op mijn telefoon gezeten, maar ik zie dat ik dinsdag over de 7 uur zit. Veel beter dan Lisanne ben ik dus ook weer niet. Grinnikend komt de vriend van Lisanne erbij zitten. “Dit wist je toch wel een beetje.” Gelijk heeft hij wel. Hoe vaak heeft hij er niet bij gezeten dat wij verdiept in onze telefoon zaten. “Als ik ga nadenken, dan denk ik ook wel van: Ja Lisan, je bent gewoon telefoonverslaafd”, zegt Lisanne. Is het dan toch waar? Zijn wij de definitie van verslaafd zijn aan je telefoon? Geen idee wanneer dat er ingeslopen is bij ons.
“Het begon natuurlijk niet bij de draaischijf telefoon.”, zegt Robert Haringsma van De Psycholoog, “ik denk dat er pas in de smartphone elementen zijn ingebouwd die je als verslavend kan beleven.” De komst van sociale media speelt hier een grote rol in. “Voor de ‘Like button’ van Facebook was er weinig inzicht dat technologie verslavend kon zijn.” Ook ik heb vroeger uren gespendeerd aan berichten ‘liken’ of kijken of mijn berichten wel genoeg likes krijgen. Deze button heeft zoveel impact gehad op de manier hoe apps ingericht worden. Documentaires zoals ‘The social dilemma’ van Netflix laten zien hoe social media door middel van algoritmes je continu op de app wil houden. “Dat zorgt ervoor dat het bij ons ook echt steeds verslavender wordt”, zegt Haringsma. Zo zit je plots om drie uur ‘s nachts nog steeds op TikTok, terwijl je eigenlijk om twaalf uur wilde slapen.
Een telefoonverslaving is een vorm van gedragsverslaving. Hierbij neem je geen middelen tot je, zoals je dat doet bij drugs- en alcoholverslavingen. Wel zou je het gevoel kunnen vergelijken met het gevoel dat vrijkomt als je drugs hebt ingenomen. Door de handeling komt dopamine vrij in de hersenen. “Dopamine is een soort beloningssysteem, die er voor zorgt dat we even een goed gevoel krijgen”, zegt Robert Haringsma, “dat zet ons aan om bij een telefoonverslaving door te scrollen tot we weer een volgende dopamine hit hebben.” Niet gek dus dat ik me soms verlies in het algoritme van TikTok. Lisanne herkent zich er ook wel in. “Ik vind echt niet alle Instagram Reels leuk die ik zie, maar de volgende zou misschien wel leuk kunnen zijn.” Het swipen zou je kunnen vergelijken met aan de hendel trekken van een gokmachine. Geen idee of je gaat winnen, maar je bent wel benieuwd naar de uitkomst.
Het lastige van een telefoonverslaving is dat er geen richtlijnen zijn die aangeven wanneer je verslaafd bent. Wel wordt er gezegd dat de aangeraden schermtijd tot drie uur is vanaf twaalf jaar en ouder, maar waarom het drie uur is kan niet echt uitgelegd worden. Daarnaast zit vrijwel iedereen daar overheen tegenwoordig. Alleen voor werk gebruiken veel mensen hun telefoon al drie uur. “We laten het binnen de psychologie vooral afhangen of iemand er zelf last van heeft”, vertelt Haringsma. Het “afkicken” van een telefoonverslaving gaat er dan ook heel anders aan toe. “We geven digitale trainingen om jezelf handvatten te geven voor deze verslaving.” Voor ongeveer 75% van de mensen is dit ook genoeg. “Het aspect van gedragsmatige verslaving is dat je er ook betrekkelijk makkelijk mee op kan houden.”
Werkt de training toch niet dan kan je met een psycholoog aan de slag om te kijken. In veel van die gevallen is er sprake van onderliggende psychologische pijn.
Lisanne kan zich nog goed herinneren hoe belangrijk haar telefoon was op jongere leeftijd. “Ik was veertien toen ik mijn eerste smartphone kreeg. Ik weet nog dat ik dan welterusten zei tegen mijn moeder, maar dat ik dan nog tot één of twee uur in de nacht op mijn telefoon zat”, zegt Lisanne. Daartegenover zat ik op mijn Nokia tot één uur ‘s nachts ‘Snake’ te spelen. Mijn ouders geloofde (helaas) een lange tijd niet in smartphones. Jaloers dat ik was. Het moment dat ik een smartphone kreeg, van een vriendin van mijn ouders overigens, heb ik als ritueel de Nokia van drie hoog gegooid. Tuurlijk deed het apparaat het nog. Die oude telefoons waren niet stuk te krijgen. Snel erna zat ik, net als Lisanne, tot twee uur ‘s nachts op mijn telefoon. “Oh en een keer had ik een dag niks te doen. Dus ik dacht ik ga even lekker op mijn telefoon”, zegt Lisanne, “de WiFi bleek het niet te doen. Ik raakte hier echt helemaal gefrustreerd van.” Het internet was ook een herhaaldelijke frustratie bij mij. Mijn ouders hadden besloten om ‘s nachts altijd de WiFi uit te doen. Stiekem ging ik, als ze in bed lagen, naar de woonkamer om het schakelknopje aan te zetten. Maar ik moest wel opletten dat ik niet in slaap viel voor ik het internet weer had uitgeschakeld. Anders zou ik de volgende dag op mijn dak krijgen.
Waar Lisanne en ik heen gaan, daar gaat onze telefoon ook heen. Hebben we het niet in ons hand, dan zit het wel in onze zak of ligt het naast ons. “Jullie zijn het wel tien keer per dag kwijt”, zegt de vriend van Lisanne. Wederom heeft hij helemaal gelijk. In pure paniek gooien we meermaals per dag de kussens van de bank aan de kant, omdat we dat ding niet kunnen vinden. Misschien zou het handig zijn om onze telefoon ergens neer te zetten, dat we twee vliegen in één klap vangen: onze telefoonverslaving en dat we het ding continu kwijt zijn. Ingmar Larsen en Maarten Langbroek denken hier dé oplossing voor te hebben: De PhoneCell. Een soort koepelgevangenis met zelf in te stellen timer voor je telefoon. “Het idee kwam uit een eigen inzicht dat we eigenlijk ook teveel op ons telefoon zitten”, vertelt Ingmar, “de PhoneCell is een oplosser van dit probleem, want je stopt je telefoon echt weg.” Als je het eruit haalt voor de wekker is afgelopen, dan gaat er elke vijf minuten die je hebt ingesteld een alarm af. Pas als je de telefoon terugzet zal het alarm niet meer afgaan. Al eerder probeerde Maarten en Ingmar een zelfde soort product op de markt te krijgen, de DistractaGone. Dit leek op een soort broodtrommel met hetzelfde wekkersysteem. In plaats van brood kon je hier meerdere telefoons in kwijt. Deze slaagde alleen niet. “De DistractaGone was niet zo stylish. De PhoneCell hebben we echt zo gemaakt dat het ook mooi is om neer te zetten in je woonkamer.” Samen met de Design studio BananaGun hebben Ingmar en Maarten de nieuwe uitvoering bedacht. Helemaal nieuw is het idee niet. Al eerder kwamen er producten op de markt om je telefoon in weg te stoppen. Waarom zou dit product dan beter zijn? “Die andere producten blokkeren het signaal van je telefoon helemaal en het ziet er meestal niet zo mooi uit”, zegt Ingmar. Ja, het ziet er inderdaad mooi uit. Wellicht zou ik het zelfs als attribuut in mijn woonkamer zetten. Maar werkt het ook echt tegen een telefoonverslaving?
Robert Haringsma denkt van wel. “Je telefoon echt wegleggen is dé beste manier om zoiets op te lossen, maar je kan je telefoon ook gewoon op een andere plek leggen.” Dat is in ieder geval een stuk goedkoper. De PhoneCell kan je pre-orderen vanaf 99 euro. Aan het eind van zomer 2022 komt het pas uit. Een oplossing op de korte termijn is het dus niet. Daarnaast vraag ik me af of ik het ook echt zou gebruiken als ik het in huis zou hebben. Misschien verstoft het wel op een plank naast de eettafel. Ook Lisanne twijfelt of ze het wel echt zou gebruiken. “De voornaamste reden waarom ik op mijn telefoon zit is, omdat ik niet hou van stilte, dus dan zet ik maar gewoon een video aan”, zegt Lisanne, “zo’n product haalt dat gewoon niet weg.”
Ook het hele afkicken van onze telefoon vinden we erg heftig klinken. “Ik spreek wel nog af met vrienden en ik doe sociale dingen”, zegt Lisanne. Hier ben ik het mee eens. Als we dat niet meer zouden doen zou het een ander verhaal zijn. Toch besluiten we voor de zekerheid om uit te gaan met een andere vriendin die vrijdagavond. Mijn telefoon heb ik niet aangeraakt.
TMI biedt handvatten en tools die jongeren en hun omgeving op een leuke en leerzame manier leren over mediawijsheid. De filterbubbel, met onder andere algoritmes, is één van de onderwerpen waar wij les over geven. Benieuwd naar onze andere onderwerpen?